Bedrijven die een duurzaamheidsverslag publiceren, rapporteren zonder uitzondering over de klimaatverandering.
De meeste bedrijven rapporteren echter niet over de risico’s van klimaatverandering voor de bedrijfsvoering, maar veel meer over de zakelijke kansen die verband houden met het Kyoto protocol, zoals de handel in emissierechten en en de verwerving van carbon credits. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG en GRI, het Global Reporting Initiative naar de duurzaamheidsverslagen van de top 500 bedrijven van de Financial Times.
Van de onderzochte bedrijven rapporteert 90% over klimaatverandering, maar niet meer dan 20% van de ondernemingen brengt de risicos voor de bedrijfsvoering in beeld. Een aantal bedrijven rapporteert weliswaar over de risicos van de gestegen energieprijzen voor de bedrijfsvoering, maar andere risico’s, zoals schade aan eigendommen, hogere verzekeringspremies, kosten van reputatieschade en juridische maatregelen komen niet aan de orde.
Volgens George Molenkamp, partner bij KPMG en voorzitter van KPMG’s Global Sustainability Services, is de geringe aandacht voor de risico’s van de klimaatverandering voor de bedrijfsvoering opvallend. Molenkamp: "Het Stern-rapport van 2006 geeft juist aan dat klimaatverandering een belangrijk risico vormt voor de wereldeconomie en waarschuwt voor grote verstoringen van de economische bedrijvigheid in de komende decennia als klimaatverandering niet wordt aangepakt. Het geringe aantal bedrijven dat over de risicos rapporteert duidt er mogelijk op dat de ondernemingen de klimaatverandering niet alleen als een bedreiging zien, maar ook als een mogelijkheid voor nieuwe producten en diensten. Veel bedrijven hebben de risicos echter gewoonweg nog niet geïdentificeerd en gekwantificeerd en zijn dan ook niet in staat om er concreet over te rapporteren."
Uit het onderzoek van KPMG en GRI blijkt dat tweederde van de onderzochte bedrijven vooral rapporteert over de nieuwe kansen die klimaatverandering biedt. Bijna de helft van de ondernemingen geeft aan betrokken te zijn bij emissiehandel. Molenkamp: "Dit zijn zowel bedrijven in landen die het Kyoto protocol hebben geratificeerd als landen die dit niet hebben gedaan. Een aantal bedrijven geeft aan kansen te zien in het opzetten van carbon fondsen en deel te nemen in emissiehandel. Eén op de vier bedrijven blijkt specifiek te rapporteren over de mogelijkheden van het Clean Development Mechanism (CDM) van het Kyoto protocol. Verder tonen de bedrijven een veelheid aan nieuwe diensten en producten in relatie tot klimaatverandering. Veel daarvan behoren tot de categorie ‘energiezuinige consumentenproducten’".
Alle bedrijven blijken in de basis te rapporteren over de uitstoot van broeikasgassen en de verantwoordelijkheid die het management neemt voor klimaatverandering. Met de toenemende betekenis van de klimaatverandering nemen steeds meer bedrijven stappen om de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de bedrijfsvoering te kwantificeren, inzichtelijk te maken en te reduceren. Vooral bedrijven in Japan besteden gedegen aandacht aan de gevolgen van de klimaatverandering in het duurzaamheidsverslag en rapporteren het meest over de uitstoot van broeikasgassen.