Het duurzaamheidsverslag van Philips is als eerste geëindigd op de VBDO Transparantie Meetlat 2005. Het is voor de tweede keer in het vijfjarige bestaan van de Meetlat dat Philips als winnaar uit de bus komt. Philips wordt op de voet gevolgd door een steeds groter wordende kopgroep van bedrijven met verslagen op een vergelijkbaar niveau. Dit zijn achtereenvolgens Shell, ABN AMRO, Océ, Rabobank, Unilever en DSM. Hekkensluiters op de Meetlat zijn de achtentwintig ondernemingen die nauwelijks tot helemaal niets rapporteren over duurzaamheid, zoals de vastgoedfondsen.
Dit meldt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, de VBDO. De VBDO onderzoekt jaarlijks de grote beursgenoteerde bedrijven op hun transparantie over duurzaamheid. Van de ondernemingen die rapporteren over duurzaamheid staat Aegon op de laatste plaats. Maar die laatste plaats van Aegon is eigenlijk zo slecht nog niet. De echte achterblijvers zijn de achtentwintig grote beursgenoteerde bedrijven die weinig tot niets doen aan duurzaamheidsverslaglegging en dus niet eens op de Meetlat voorkomen. In totaal hield de VBDO dit jaar vijftig bedrijven tegen het licht.
Nu horen de achterblijvers nog tot een meerderheid. Naar verwachting zal volgend jaar een meerderheid van grotere beursgenoteerde ondernemingen een duurzaamheidsverslag publiceren. De VBDO heeft toezeggingen gekregen van Numico, Ballast Nedam, Wessanen en Laurus. Ook de winnaar van vorig jaar, Heineken, publiceert dan weer zijn tweejaarlijkse verslag. In 2003 werden slechts twaalf verslagen gepubliceerd door de grote beursgenoteerde ondernemingen in 2005 zijn dat er twintig. VBDO-directeur Piet Sprengers spreekt van een ?aanzienlijke stijging? in de afgelopen jaren. ,,Volgend jaar viert de VBDO haar tienjarige jubileum. In die beginjaren voelde ik me soms de spreekwoordelijk roepende in de woestijn. Nu hebben we de wind duidelijk in de rug. Het belang van duurzaamheidsrapportages wordt door steeds meer mensen, organisaties en bedrijven ingezien.??
Behalve in kwantiteit groeien de verslagen ook in kwaliteit, constateert de VBDO opnieuw. Om de verslagen te beoordelen kijkt de VBDO in hoeverre ze aan de GRI-richtlijnen voldoen. Dit in Amsterdam gevestigde Global Reporting Initiative is de internationaal erkende standaard voor duurzaamheidsverslaglegging en maakt zichtbaar hoe bedrijven presteren op economisch-, sociaal- en milieugebied.
Het Philips-verslag voldeed aan 78 procent van de door het GRI gestelde eisen. De gemiddelde score van de bedrijven steeg dit jaar van 55 naar 59 procent. Alleen de GRI-score van Aegon ging dit jaar achteruit van 51 naar 31 procent. Daarbij past de aantekening dat scores niet helemaal vergelijkbaar zijn met die van voorgaande jaren. De VBDO heeft dit jaar de beoordelingsmethodiek aangepast aan de nieuwste inzichten over wat meer of minder belangrijk is.
Van de nieuwkomers was Akzo Nobel de hoogste nieuwkomer op de tiende plaats met een score van 65 procent. Onder leiding van de nieuwe topman Hans Wijers heeft Akzo Nobel het onderwerp duurzaamheid weer hoog in het vaandel gehesen. De VBDO verwacht dat het chemieconcern volgend jaar zal doorstoten naar de top van de Transparantie Meetlat. Overigens zijn ook de niet-beursgenoteerde Rabobank en de SNS Reaal Groep nieuwkomers op de Meetlat. Deze banken zijn lid van de VBDO en zijn op eigen verzoek beoordeeld door de VBDO. De Rabo staat op de vijfde en SNS Reaal op de vijftiende plaats.
De VBDO gebruikt de resultaten van het onderzoek om een voorlopig stemadvies uit te brengen voor het agendapunt ?goedkeuring jaarverslag? op de komende aandeelhoudersvergaderingen. Alle AEX en Midkap ondernemingen die meer dan 35% behaalden, krijgen een positief stemadvies. Onthouden van stemming wordt geadviseerd voor alle ondernemingen die minder scoren of die beloofd hebben om in de nabije toekomst meer duurzaamzaamheidsinformatie te zullen publiceren. De overige ondernemingen krijgen een negatief stemadvies.
De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling is een bundeling van ongeveer vijfentwintig institutionele beleggers (zoals duurzame beleggingsfondsen ) en ongeveer 1400 particuliere duurzame beleggers. Via het aangaan van een dialoog met ondernemingen werkt de vereniging aan een kapitaalmarkt waarin sociale, ecologische en economische waarden met elkaar in balans zijn.