Multinationals moeten volgens de richtlijnen van de Oeso, de Parijse organisatie waar alle industrielanden aan verbonden zijn, regelmatig betrouwbare en relevante informatie over hun activiteiten op financieel, sociaal, ethisch en milieugebied publiceren. Die informatie hoeft niet per se verpakt te zijn in een maatschappelijk of duurzaam verslag, zo lang iedereen die geïnteresseerd is maar genoeg over de prestaties te weten kan komen. En dus hebben veel beursgenoteerde internationale ondernemingen op hun website een hoofdstuk ‘corporate social responsibility’. Ze kiezen voor de Engelse term. Het zijn immers multinationals en het Nederlandse ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ schept verwarring. Het ‘verantwoord’ slaat op ‘maatschappelijk’ en niet op ‘ondernemen’. Maar zelfs de slimste ondernemer vergeet dat wel eens als hij zich beklaagt dat hij geen collega kent die onverantwoord zou willen ondernemen. De slachtoffers van de giframp in Bopal of de beleggers in Worldcom en Enron denken daar waarschijnlijk heel anders over.
De publicatie van het maatschappelijke of duurzame verslag is in Nederland niet zoals het financiële jaarverslag verplicht. Toch voelt menige onderneming zo langzamerhand de druk om wel zo’n verslag te publiceren. Het weegt mee bij de beoordeling van analisten die actief zijn in duurzaam beleggen. Transparantie is een zwaarwegend goed bij de beoordeling van een duurzaam beleggingsfonds of bij de opname in een van de aandelenindices als de FTSE4Good en Dow Jones Sustainability Index (DJSI).
Bedrijven die in de DJSI zijn opgenomen, noemen dat altijd expliciet in de inleiding van hun duurzaamheidsverslag. Hoewel de criteria van Dow Jones op sociaal, ethisch en milieugebied lang niet zo zwaar zijn als die van ASN Bank of Triodos Bank, heeft de DJSI zijn grote invloed op beleggers mee. Het is een Dow Jones-index.
Het maatschappelijk, milieu- of sociaal ondernemen is niet nieuw. Ook voordat het gewone ondernemen duurzamer en socialer moest worden, publiceerde een aantal bedrijven dat soort verslagen. Maar met de toenemende behoefte aan goede informatie hebben de verslagen een grote vlucht genomen. Een belangrijke motor daarachter is het Global Reporting Initiative (GRI). Dit van oorsprong Amerikaanse initiatief is er in geslaagd grote transnationale ondernemingen te winnen voor gestructureerde ecologische, sociale en economische verslaglegging. GRI is wat genoemd wordt een multi-stakeholderorganisatie. Iedereen die belang heeft bij goede duurzame verslaglegging mag zijn invloed aanwenden voor de verbetering daarvan.
De discussie heeft intussen geleid tot meer sectorgerichte richtlijnen – banken hebben een andere maatschappelijke invloed dan chemiebedrijven – en richtlijnen voor middelgrote en kleine ondernemingen. Uit de eerste verslagen uit dat segment blijkt dat het mkb al meer doet op duurzaamheidsgebied dan op het eerste gezicht lijkt. Met een maatschappelijk of duurzaam verslag kan de buitenwereld beter zien wat een onderneming doet. Dat geeft vertrouwen.
Uit de praktijk blijkt dat een niet-financieel verslag niet alleen belangrijk is voor de criticasters buiten het bedrijf, maar dat het ook een belangrijk middel is om intern mee te communiceren. Werknemers hebben meer voorbeelden om trots te zijn op hun onderneming en kunnen daarover vertellen aan hun vrienden. Bedrijfstrots blijkt een belangrijke toegevoegde waarde voor het welbevinden van de medewerkers.
Voor journalisten en analisten is de toegevoegde waarde van een maatschappelijk verslag nog lastig in te schatten. Hoewel de verslagen volstaan met informatie over sociale projecten, diversiteit, CO2 en pensioenverplichtingen, is het moeilijk hieruit de waarde van al die prestaties te destilleren. Uiteindelijk gaat het om het vermogen om nu en in de toekomst winst te blijven maken. Ook in de financiële wereld wordt onderkend dat dit op een duurzamere manier moet gebeuren, maar voor hen staat de winst voorop. Laat dus beter zien dat deze werkwijze geld oplevert. Kom niet met het slappe excuus dat dat heel moeilijk is. Alleen zo zullen ook kritische aandeelhouders en analisten erin geloven.