De grote vraag van de moderne tijd is niet wannéér of op welke wijze we ons bewust worden van de sociale, maatschappelijke en ecologische degeneratie die ons maatschappelijk systeem (het industrieel kapitalisme) veroorzaakt, maar welke stappen we bereid zijn daartegen te ondernemen. Dát, zegt Chris Hibbitt in zijn proefschrift, is de werkelijke uitdaging van duurzaamheid. Hibbit promoveert op 26 februari aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde.
Hibbit, een Engelse registeraccountant, bestudeerde milieurapportages, zogenaamde corporate environmental disclosures (CED"s) van negentig grote bedrijven in Duitsland en de Benelux over de jaren 1989-1995. Met vier verschillende theoretische modellen van bestuurlijke motivaties en gedrag trachtte Hibbitt de variaties in milieuverslaggeving over die zeven jaar, maar ook tussen bedrijfssectoren onderling, te begrijpen, te verklaren en te voorspellen. Variabelen in die modellen zijn onder meer industriële gevoeligheid, politieke zichtbaarheid, aandeelhoudersbelang en (slechte) milieuprestaties zoals waargenomen door non-gouvernementele milieuorganisaties (NGMO"s).
De verzamelde data ondersteunen grotendeels de diverse theorieën. Opvallend was Hibbitt"s vaststelling dat maatschappelijke druk van NGMO"s de milieuverslaggeving door grote bedrijven niet beïnvloedt. Verder nam tussen 1989 en 1995 het volume (in pagina"s) van externe bedrijfsverslaggeving in het algemeen significant toe, met name door een toename in CED. De nadruk op goed of neutraal nieuws is hierbij verbluffend; managers kiezen er klaarblijkelijk voor milieurapporten een positieve draai te geven en slecht nieuws nauwelijks naar buiten te brengen. De vier accountingtheorieën werpen elk een andere blik op bestuurlijke drijfveren achter de stijgende trend in CED. Uit Hibbitt"s analyse kwam onder meer naar voren, dat bedrijven het toenemende volume van de milieurapportage inzetten om draagvlak voor bedrijfsactiviteiten te behouden; CED is verder een politiek machtsmiddel om het publiek te exploiteren, te manipuleren en te verwarren. Het achterliggende doel is volgens Hibbitt de bestaande economische ongelijkheid te behouden, evenals de machtsverhoudingen die voorrang geven aan financieel kapitaal boven natuurlijk, humaan en sociaal kapitaal.
Gewapend met deze bevindingen gaat Hibbitt in zijn proefschrift een politiek-maatschappelijke discussie aan, met name over de rol van degenen die betrokken zijn bij het opstellen en controleren van maatschappelijke, ethische, milieu- en duurzaamheidsrapportages. Ontwikkeling van bedrijfsverslaggeving met een meer holistisch karakter, in combinatie met een serieuzere aanpak van milieuverantwoording, is volgens Hibbitt noodzakelijk om te komen tot een eerlijker, completer en rechtvaardiger rapportering over en verantwoording voor maatschappelijke en milieugevolgen van bedrijfsactiviteiten.
Hibbitt: "Op dit moment houden accountants, management-consultants en academici zich voornamelijk bezig met de symptomen van sociale onrechtvaardigheid en ecologische vernietiging, en niet met de oorzaken. Om een meer radicale en vooruitstrevende dialoog hierover op poten te krijgen, moet de morele legitimiteit van het maatschappelijk systeem zelf, het kapitalisme, in twijfel worden getrokken, en moeten we op zoek naar een bruikbaar alternatief, gebaseerd op geheel nieuwe waarden en opvattingen."