(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 31 mei 2003).
KLM publiceerde al jaren elk jaar een verslag over haar ‘milieukwaliteit’. Deze keer zijn daar ‘economische welvaart’ en ‘sociale waarde’ bij gekomen. Deze drie dimensies vormen samen het duurzaamheidsverslag.
2002 is voor KLM niet een jaar om over naar huis te schrijven. Financieel niet door de ’turbulente economische en politieke situatie’. President Leo van Wijk zegt het subtiel in zijn voorwoord in het eerste duurzaamheidsverslag: ‘Het afgelopen boekjaar was in die zin teleurstellend en aan een belangrijk aspect van duurzame ontwikkeling, namelijk een positief bedrijfsresultaat, is niet voldaan.’
De Nederlandse luchtvaartmaatschappij heeft gekozen voor het volgen van de richtlijnen voor duurzame verslaglegging van het Global Reporting Initiative. Dat blijkt onder andere uit de nadruk die KLM legt op een gelijkwaardige behandeling van de drie dimensies van duurzaam ondernemen, mensen, milieu en meerwaarde. Daarnaast heeft KLM in samenwerking met het Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling (Nido) onderzoek gedaan naar de bedrijfseconomische drijfveren voor duurzaamheid. KLM Cargo was het proefkonijn. Bij het project werd gekeken naar een verhoging van het rendement door zuiniger met het milieu en mensen om te gaan. Dus hoe kan je de bedrijfsproces zo aanpassen dat je kosten van arbeidsverzuim, incidenten, afval, brandstof kan terugbrengen. Helaas stond die informatie niet in het duurzaamheidsjaarverslag, maar komen deze details uit het boek Ondernemen met hoofd en hart van projectleider Jacqueline Kramer. In het verslag komt zij slechts met allerlei duurzaamheid-managementjargon aan het woord.
Financieel was het een turbulent jaar, maar ook op het sociale vlak waren het roerige tijden, zo blijkt uit het verslag: drie ongelukken met dodelijke afloop, een uit de hand gelopen arbeidsconflict met een groep grondwerktuigkundigen. Beide hebben een negatieve invloed gehad op de werksfeer. Over de ongelukken meldt de directie in het duurzaamheidsverslag; ‘Juist omdat veiligheid bij KLM voor alles gaat, was dit een grote klap. Deze traumatische gebeurtenissen hebben, met name bij de directe collega’s een enorme verslagenheid teweeggebracht. Voor de nazorg werden de bedrijfsarts en bedrijfs-maatschappelijk werk ingeschakeld.’
Ook het arbeidsconflict met de grondwerktuigkundigen moet een traumatische ervaring zijn geweest voor de directie. KLM prijst zichzelf regelmatig om de goede verhoudingen die het heeft met de acht vakbonden en de ondernemingsraad. Het verslag meldt dat het arbeidsconflict niet alleen de werksfeer negatief heeft beïnvloed maar dat er van buiten het bedrijf ook veel vragen zijn gekomen.
Verrassend op sociaal gebied in het verslag is de opmerking dat KLM werkt aan een plan om de arbeidsverhoudingen met de luchtvaarttechnici te verbeteren, ‘zoals gevraagd door de Inspectie van Verkeer en Waterstaat’. Blijkbaar moest er druk vanbuiten komen om dit sluimerende conflict uit de wereld te helpen. Een passage die vragen oproept en tot misverstanden kan leiden.
Een aantal jaren geleden pleitte Hans Hoogervorst als staatssecretaris van Sociale Zaken voor het openbaar maken van WAO-cijfers; vele bedrijven waren daar tegen. KLM publiceert ze gewoon in haar duurzaamheidsverslag. Daaruit blijkt dat de instroom van KLM-medewerkers in de WAO nog steeds hoger is dan het landelijk gemiddelde, maar dat het aantal arbeidsongeschikten in 2002 24% lager lag dan in 2001. Ook het structureel ziekteverzuim daalde, van 7,6% naar 7,1%. Zo’n hoog ziekteverzuim moet verder naar beneden, al was het alleen maar om in deze barre financiële tijden een beter resultaat te boeken. De directe en indirecte kosten van het verzuim kostten KLM in 2002 maar liefst euro 130 mln.
KLM maakt weinig woorden vuil aan de diversiteit in de onderneming, maar behandelt dit onderwerp effectief in een staatje. Bij de luchtvaartmaatschappij is 39% van de werknemers vrouw en 61% man. De verhouding allochtonen-autochtonen is 19%-81%. De leeftijdsopbouw binnen de onderneming is ook nauwelijks verrassend: de leeftijdscategorie 30-50 jaar beslaat 70% van het personeelsbestand, 14% is jonger en 16% is ouder.
Een merkwaardige lacune in het duurzaamheidsverslag is een uitleg over mogelijke ontslagen. Bijna iedereen is op de hoogte van de moeilijke situatie waarin de luchtvaartmaatschappijen zich bevinden en KLM is daar geen uitzondering op, benadrukt Van Wijk zelf vele malen. Daarom zou het KLM sieren als de raad van bestuur daar iets over zou melden. Hoe gaat KLM om met gedwongen ontslagen, hoe moet een afvloeiingsregeling eruit zien? Als de mensen zo hoog in het vaandel staan, waarom dan niet ingegaan op die problematiek?
Naast de harde scores op het gebied van mensen en milieu, komen in het duurzaamheidsverslag ook de zachte kanten van de onderneming aan de orde, zoals de maatschappelijke betrokkenheid. Via het programma AirCares steunt KLM charitatieve doelen. Zelf doet ze dat in bescheiden financiële zin al ‘zijn hiervoor slechts beperkte budgetten beschikbaar’, aldus het verslag. Daar staat tegenover dat passagiers de mogelijkheid hebben om hun ‘frequent-flyerpunten’ of geld aan een door de KLM geselecteerde hulporganisatie te doneren. KLM heeft het zich daarbij gemakkelijk gemaakt door organisaties te kiezen die zich richten op de ontwikkeling van kinderen in het binnen- en buitenland.
Door de overstap van een milieujaarverslag naar een duurzaamheidsjaarverslag is de aandacht voor het milieu in het verslag minder geworden. Minder details over afval, brandstof, CO2 en het milieuzorgsysteem, dat overigens ISO 14001 is gecertificeerd. Voor de milieu-organisaties die alles tot in detail willen bestuderen, heeft KLM op haar internetsite meer informatie.
Marleen Janssen Groesbeek