PBL: Transparantie en verantwoording grote bedrijven over klimaat onder de maat

Bron: , 15 juli 2019

Veel grote ondernemingen besteden in hun jaarverslagen aandacht aan klimaatverandering, zoals hun bijdrage aan broeikasgasemissies, maar slechts weinige maken duidelijk hoe ze  met de gevolgen van klimaatverandering voor hun bedrijf om willen gaan. Beursgenoteerde bedrijven maken nog redelijk wat informatie openbaar, maar grote private bedrijven blijven daar ver bij achter. Dit blijkt uit een studie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) in opdracht van het PBL.

In 2018 heeft het PBL onderzoek gedaan naar de effecten van het instrument transparantie op het verder verduurzamen van bedrijven. Met name voor klimaat-rapportages hebben bijvoorbeeld duurzame investeerders en beleggers veel belangstelling. De overheid laat regelmatig een ranglijst opstellen over hoe transparant bedrijven zijn, maar klimaat-rapportage kreeg daarin tot nu toe weinig expliciete aandacht. De maatschappelijke vraag naar transparantie en verantwoording over de klimaataanpak van bedrijven is door het sluiten van het klimaatakkoord alleen maar toegenomen.

Wettelijke verplichting leidt nog niet tot verbetering

In 2017 is in Nederland een EU-richtlijn ingevoerd die beursgenoteerde bedrijven ertoe verplicht in hun jaarverslag relevante informatie op te nemen over duurzaamheid. De bedoeling daarvan is het stimuleren van dialoog en beïnvloeding tussen bedrijven en belanghebbenden, zoals investeerders, banken, maatschappelijke organisaties en de consument. Verwacht werd dat de hoeveelheid en kwaliteit van de openbaar gemaakte informatie zou toenemen, maar in de jaarverslagen van 2017 is er nog nauwelijks verandering te zien ten opzichte van 2016. De vraag is nog wel of de verslagen over 2018 al wel meer over klimaat bevatten, na eerdere aansporingen van de Nederlandse toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten.

Volgens het onderzoek van de RUG bevatten de klimaatrapportages van de grote beursgenoteerde bedrijven vooral algemene toelichtingen, maar het ontbreekt vaak aan een concrete aanpak (plan-do-check-act cyclus) ten aanzien van hun klimaatimpact. De kwaliteit van de geboden informatie varieert sterk, over het algemeen zijn bedrijven uit de AEx-beursindex transparanter dan die van de AMx-index, en die zijn weer transparanter dan bedrijven uit de ASCx-index.

Grote private (niet-beursgenoteerde) ondernemingen blijken beduidend minder transparant. Deze ondernemingen vallen op dit moment nog formeel buiten de verplichting van de Transparantie Richtlijn, maar vormen wel een belangrijk deel van de Nederlandse economie. Van de onderzochte ondernemingen uit Elsevier’s TOP-100 geeft ongeveer een kwart enige informatie over de impact op en van klimaatverandering, en de rest zo goed als niets. Overigens is niet rapporteren nog niet hetzelfde als slecht presteren, maar dat is niet te beoordelen zonder informatie.

Onderzoeksopzet

De Waard en zijn collega’s onderzochten 25 beursgenoteerde ondernemingen per index (AEx, AMx en ASCx), vanwege hun zichtbaarheid en de verwachting dat regelgeving over transparantie invloed op deze groep zou hebben. In de EU-richtlijn geldt een ondergrens van 500 medewerkers, een balanstotaal van € 20 miljoen en een omzet van € 40 miljoen. Daarnaast selecteerden de onderzoekers 96 ondernemingen uit de Elsevier Top-100 van private ondernemingen, waaronder grote familiebedrijven. De steekproef werd aangevuld met een groep van 29 grote organisaties die goed scoren in de Transparantiebenchmark van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De representatieve steekproef bestond in totaal uit 199 bedrijven.

Download het PBL-rapport (pdf)