Het aantal regels voor bedrijven op het gebied van duurzaamheidsinformatie neemt snel toe. Deze regels schrijven voor in welke mate ondernemingen inzicht moeten geven in de wijze waarop zij omgaan met milieu, mens en ondernemingsbestuur. Uit gezamenlijk onderzoek van KPMG, GRI, UNEP en de Universiteit van Stellenbosch blijkt dat er op dit moment verdeeld over 64 landen zo’n vierhonderd regels, richtlijnen, gedragsregels en andere instrumenten bestaan die bedrijven vragen om verplicht of vrijwillig inzicht te geven in de gevolgen van de bedrijfsvoering voor mens, milieu en bestuur. Drie jaar geleden waren dit 180 regels, verdeeld over 44 landen. Vooral in Europa, Azië Pacific en Latijns Amerika is het aantal regels dit jaar toegenomen. Met name overheden zijn verantwoordelijk voor de toename. In 80% van de onderzochte landen heeft de overheid initiatief genomen voor regelgeving. Toezichthouders op de financiële markten zijn goed voor zo’n 25% van de regels. Verplichte regelgeving domineert nog altijd het regellandschap. Ruim 65% van de regelgeving schrijft voor dat bedrijven bepaalde niet-financiële informatie openbaar maken.
Meer ‘sociale’ informatie
“Er is internationaal duidelijk een ontwikkeling naar meer regels en gedragscodes”, zegt Wim Bartels, partner bij KPMG en Global Head Sustainability Reporting & Assurance. Bartels: “Uit de cijfers blijkt dat het gemiddeld aantal regels per land sinds 2013 met zo’n 50% is toegenomen. Dat betekent dat de landen in toenemende mate van bedrijven verwachten dat zij niet alleen consistent rapporteren over hun financiële prestatie, maar ook over de belangrijke niet-financiële prestaties. Bovendien vereist de regelgeving dat de informatie die de bedrijven geven onderling beter vergelijkbaar is. Dit jaar zien we een aanzienlijke toename van regels die betrekking hebben op het geven van sociale informatie, zoals mensenrechten, veiligheid en gezondheid en arbeidsomstandigheden. Vergeleken met 2013 is het aantal regels op dit vlak bijna verdubbeld, van 39 tot 74. Daarmee groeit het aantal regels dat om dit soort maatschappelijke informatie vraagt harder dan het aantal regels dat om inzicht vraagt in de milieubelasting. Vooral Europese regelgevers vragen bedrijven informatie te geven over de sociale omstandigheden. De aanzienlijke sociale problemen waarmee veel opkomende markten te maken hebben pleit ervoor dat met name deze landen hiervoor oog hebben. De praktijk wijst echter uit dat de opkomende markten zich op dit moment vooral richten op milieuverslaggeving en informatie die een beeld geeft van de wijze waarop zij in het algemeen met duurzaamheid omgaan.”
Meer balans tussen volledigheid en relevantie
Overigens roept de verscheidenheid aan thema’s waarover op basis van de regels gerapporteerd moet worden vragen op over de toekomst van deze verslaggeving. Bartels: “De maatschappij verwacht in toenemende mate dat bedrijven transparant zijn over een veelheid aan andere onderwerpen dan de financiële positie. Dit onderzoek maakt ook duidelijk dat de publieke opinie de agenda kan bepalen als het om verslaggeving en regelgeving gaat. Mensenrechten en vennootschapsbelasting zijn twee voorbeelden van onderwerpen die recent als gevolg van een grotere betrokkenheid van het publiek de wereldwijde politieke agenda hebben bepaald. Overigens rijst hierbij wel de vraag wat de grenzen zijn aan de omvang van rapportages. Daarnaast neemt ook de roep om meer vergelijkbaarheid toe. Ik pleit er voor dat ondernemingen, gebruikers en regelgevers samen de juiste balans zoeken tussen de volledigheid en de relevantie van informatie. De regelgevers kunnen tegelijkertijd sámen zorgen voor meer harmonisatie, zodat de vergelijkbaarheid toeneemt en de regelgeving efficiënt kan worden uitgevoerd. ”