De Europese toezichthouders op financiële en niet-financiële verslaggeving (in Nederland de Autoriteit Financiële Markten; AFM) gaan in 2024 vooral de duurzaamheidsverslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen over boekjaar 2023 onder de loep nemen. Dit blijkt uit de op 25 oktober jl. door ESMA gepubliceerde prioriteiten voor het toezicht op de verslaggeving over boekjaar 2023. Bij ESMA zijn alle nationale EU-toezichthouders op de verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen aangesloten.
ESMA heeft in totaal vier duurzaamheidsgerelateerde prioriteiten geselecteerd. Ten eerste zullen de toezichthouders nagaan of klimaatgerelateerde zaken consistent worden behandeld in de jaarrekening enerzijds en in de duurzaamheidsinformatie van het jaarverslag anderzijds. De EU-toezichthouders zijn in dat kader vooral geïnteresseerd in de financiële impact van alle geplande investeringen en transitieplannen ter vermindering van de CO2-uitstoot. Beursgenoteerde ondernemingen worden daarbij aangemoedigd om goed notie te nemen van het op dezelfde dag gepubliceerd ESMA-onderzoek over de behandeling van klimaatgerelateerde zaken in de jaarrekening.
Ten tweede zullen de EU-toezichthouders erop toezien dat de beursgenoteerde ondernemingen goed rapporteren over de verplichtingen uit hoofde van artikel 8 van de Taxonomieverordening (in hoeverre de bedrijfsactiviteiten als ecologisch duurzaam kunnen worden aangemerkt).
Ten derde roepen de EU-toezichthouders de ondernemingen op om transparanter te rapporteren over hun klimaatgerelateerde doelstellingen, acties en voortgang.
Ten vierde willen de toezichthouders dat de ondernemingen beter gaan rapporteren over de indirecte CO2-uitstoot, de zogenoemde ‘scope 3’. De toezichthouders zullen er overigens ook op letten dat de beursgenoteerde ondernemingen inzichtelijk rapporteren over de impact van de veranderde macro-economische omstandigheden en dan in het bijzonder de hogere rente op de resultaten en het verdienmodel.