De Europese beursgenoteerde ondernemingen hoeven niet al vanaf boekjaar 2023, maar pas vanaf boekjaar 2024 hun duurzaamheidsinformatie te rapporteren aan de hand van uniforme, Europese verslaggevingsstandaarden. Dit staat in het ontwerpverslag van de rapporteur van het Europees Parlement (EP) over het in april door de Europese Commissie gepubliceerde richtlijnvoorstel herziening duurzaamheidsrapportage. Het ontwerpverslag van Pascal Durand (Renew Europe) is op 14 december jl. besproken in de EP-Commissie Juridische Zaken.
De EP-rapporteur vindt dat beursgenoteerde ondernemingen meer tijd moeten krijgen om zich goed voor te kunnen bereiden op de nieuwe rapportageverplichtingen. De heer Durand stelt in het ontwerpverslag verder voor dat het de accountant die de jaarrekening controleert (en het kantoor waarvoor hij werkt) niet zal zijn toegestaan om bij dezelfde onderneming ook assurance te verlenen ten aanzien van de duurzaamheidsverslaggeving. Op die manier worden, volgens de EP-rapporteur, mogelijke belangenconflicten bij de accountant en/of het kantoor voorkomen. Bovendien hebben andere onafhankelijke verleners van assurancediensten (gespecialiseerde bureaus, niet zijnde accountantskantoren) dan een grotere kans om een aanbesteding ten aanzien van de assuranceverlening op het terrein van duurzaamheidsverslaggeving te winnen. De EP-rapporteur wil verder dat accountants en andere onafhankelijke verleners van assurancediensten uiterlijk vanaf boekjaar 2026 een redelijke mate van zekerheid gaan verschaffen dat de duurzaamheidsverslaggeving geen materiële fouten bevat. Tot die tijd kunnen zij volstaan met het verschaffen van een beperkte mate van zekerheid. In het voorstel van de Europese Commissie is dienaangaande geen concreet tijdspad opgenomen. De leden van de EP-Commissie Juridische Zaken hebben de mogelijkheid om het ontwerpverslag te amenderen. Deze amendementen zullen op 10 januari a.s. worden besproken.