Na de politiek en de werkgeversorganisaties pleit nu ook de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren om meer bescherming tegen vijandige overnames van grote Nederlandse bedrijven met een duurzame bedrijfsvoering. Hun zorg is dat dergelijke overnames de waarde teniet doen die duurzame bedrijven hebben gecreëerd voor maatschappij, medewerkers en klanten. Bovendien zouden duurzaamheidsdoelstellingen hierdoor naar de achtergrond verdwijnen.
De vraag is echter of de inspanningen van ondernemingen op het gebied van duurzaamheid daadwerkelijk leiden tot extra waarde voor hun medewerkers, klanten of de Nederlandse economie. Het ontbreekt veel ondernemingen op dit moment simpelweg aan diepgaand cijfermatig inzicht in de relatie tussen de geleverde inspanningen en de toegevoegde waarde. Zo is het voor duurzame ondernemingen bijvoorbeeld veelal nog onduidelijk wat de maatschappelijke impact, uitgedrukt in euro’s, is van hun cybersecurity- en klimaatbeleid. Dit gebrek aan inzicht vergroot de kans dat schaarse resources worden besteed aan de verkeerde dingen die geen verband houden met de waardecreatie van het duurzame bedrijf op de korte en langere termijn. Beschermingsconstructies om kritische aandeelhouders buiten de deur te houden zullen dan ook meer kwaad dan goed doen voor de prestaties van de onderneming op langere termijn. Vanuit dit oogpunt kunnen beschermingsconstructies dus juist een bedreiging vormen voor de langere termijn waardecreatie van ondernemingen.
Wanneer spreken we eigenlijk van een duurzaam bedrijf? Zijn dat bedrijven met een hoge notering op duurzaamheidindexen? Dergelijke indexen baseren zich op bedrijfsbeleid en door ondernemingen zelf ingevulde vragenlijsten, maar beoordelen nog niet de daadwerkelijke prestaties op duurzaamheid van een bedrijf. De relatie tussen duurzaamheid en lange termijn financiële resultaten wordt ook hier niet gemaakt. Zolang bedrijven als duurzaam worden aangemerkt op basis van indexen bestaat het risico dat bedrijven door de beschermingsconstructie in hun eigen duurzaamheidsverhaal blijven geloven en te weinig worden uitgedaagd op het daadwerkelijk waarde creëren met hun duurzaamheidbeleid.
Bovendien is de kans aanwezig dat beschermingsconstructies een negatief effect hebben op de aantrekkelijkheid van de Nederlandse aandelenmarkt. De koers van Nederlandse aandelen kan met een beschermingsconstructie omlaag worden gestuwd (Dutch Discount) en daarmee wordt een belangrijke stakeholder, de aandeelhouder, benadeeld. Aangezien όόk medewerkers en klanten aandelen kunnen bezitten van een onderneming, hoeft de mogelijke negatieve impact van beschermingsconstructies niet beperkt te blijven tot professionele aandeelhouders. Daarnaast is het de vraag wat duurzaam is aan een lagere waardering van aandelen voor de Nederlandse economie.
In plaats van een beschermingsconstructie moeten Nederlandse ondernemingen er dan ook toe worden aangespoord om transparanter te zijn. Zij moeten duidelijker en consistenter laten zien aan aandeelhouders hoe de waarde die ze creëren voor maatschappij, klanten, medewerkers en andere stakeholders op de langere termijn leidt tot betere ondernemingsresultaten en daarmee tot meer aandeelhouderswaarde. Dergelijke informatie over de bredere economische waardecreatie kunnen aandeelhouders dan meewegen in de waardering van de onderneming. Bovendien dwing je met dergelijke rapportages aandeelhouders niet alleen naar de financiële prestaties op de korte termijn te kijken, maar ook oog te hebben voor de langere termijn waardecreatie van de onderneming. En dat is de beste beschermingsconstructie die je als Nederlandse ondernemingen kunt hebben.
Lars Kurznack en Bernd Hendriksen zijn adviseur bij KPMG Sustainability