Het NIVRA waarschuwt voor een te formele benadering bij het opstellen van standaarden voor maatschappelijke jaarverslagen. Dit kan leiden tot bureaucratie en zal niet bijdragen tot een beter inzicht. Relevantie is het sleutelwoord. De trend naar meer uniforme, wereldwijde standaarden is onmiskenbaar en we juichen die toe. Standaarden die niet te gedetailleerd zijn en ruimte bieden voor maatwerk, geen papieren tijgers, aldus NIVRA-voorzitter Jan Helderman vandaag tijdens een bijeenkomst in Den Haag.
De positie van maatschappelijk verslaggeving is in opdracht van het NIVRA onderzocht door de Universiteit Maastricht, in samenwerking met de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen. Het onderzoek toont aan dat er veel behoefte is aan maatschappelijke verantwoording, ook bij financiële instellingen. Dit zal onvermijdelijk leiden tot verdere standaardisering van verantwoordings- en assurancenormen, verwacht het NIVRA. Daarbij dreigt een veelheid aan codes en standaarden en verdere formalisering van de rapportage. De vraag is of dit bijdraagt aan de kwaliteit van de verslaggeving. Er sneuvelen veel bomen, zodat organisaties in lijvige verslagen duidelijk kunnen maken hoe ze verantwoord bezig zijn. De vraag is in hoeverre al die omvangrijke jaarverslagen worden gelezen. Beperkt zich dat tot een kleine kern van critici of is er sprake van interesse bij bredere groepen van belanghebbenden zoals werknemers en aandeelhouders? zei Helderman. Het NIVRA pleit ervoor om de kennis van accountants in te zetten bij de verdere ontwikkeling van maatschappelijke verslaggeving.
Het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport Touwtrekken op glad ijs werd tijdens de bijeenkomst overhandigd aan Margot Kraneveldt-van der Veen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer zal binnenkort opnieuw debatteren over het beleid rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen.