Het Ministerie van VROM heeft opnieuw laten onderzoeken in hoeverre de bedrijven over het verslagjaar 2000 voldaan hebben aan de wettelijke verplichting voor publieksmilieuverslaggeving.
Evenals het eerdere onderzoek gaat het ook nu om een verkennend onderzoek. Het onderzoek geeft uitdrukkelijk geen beoordeling van de kwaliteit van de publieksverslagen.
Basis is geweest een door VROM en de provincies opgestelde werklijst die 249 verslagplichtige bedrijven bevatte. KPMG heeft deze bedrijven verzocht hun publieksverslag toe te zenden en tevens een vragenlijst in te vullen. Zeven bedrijven bleken niet (meer) verslagplichtig te zijn, zodat er 242 bedrijven zijn overgebleven.
Geconcludeerd kan worden dat in vergelijking met het verslagjaar over 1999 voor het verslagjaar over 2000 meer bedrijven een publieksverslag hebben uitgebracht. Voldeden over 1999 87% van de bedrijven aan de verslagplicht, thans is dat 93%. Echter het was niet steeds gemakkelijk de milieuverslagen te verkrijgen. Bij bijna een kwart waren daartoe meer verzoeken nodig. Van 17 bedrijven is geen milieuverslag ontvangen. 10 ervan hebben ook over 1999 geen verslag gemaakt. Veel verslagen bevatten geen verschijningsdatum, zodat uit de verslagen zelf niet valt op te maken of ze op tijd waren uitgebracht. Het niveau en type milieuverslagen is ten opzichte van 1999 weinig veranderd. Over 2000 is iets meer exten advies ingewonnen dan over 1999. In de meeste, gevallen betreft dat het inschakelen van een vormgever. Daarna volgen het milieuadviesbureau en het communicatiebureau. Van de verslagen is 10% extern geverifieerd, tezamen 14% van de bedrijven. De Ondernemingsraad is redelijk betrokken bij de milieuverslaglegging. De brochure "Het publieksmilieuverslag" van VNO-NCW en de Stichting Natuur en Milieu blijft bij ongeveer de helft van de verslagen gebruikt worden. De wijze van openbaarmaking en beschikbaarstelling van het publieksverslag is zeer divers. De werknemers en omwonenden zijn de bekendste doelgroepen. De helft van de bedrijven zegt wegens de wettelijke verplichting het publieksverslag op te, stellen. Over 1999 vond nog 60% de wet bepalend. De Milieuverslagcommissie (geschillencommissie voor de publieksverslagen) blijkt bij ruim 2/3 van de bedrijven bekend te, zijn.
Tenslotte worden 9 aanbevelingen gedaan. Zo gaat het om de ‘achterblijvers’ waartegen de nodige (handhavings-)maatregelen worden voorgesteld. Ook wordt gepleit voor de instelling van een Centraal Punt waar bedrijven melden dat hun milieuverslag is verschenen. Gepleit wordt tevens voor publicatie in de Staatscourant van de bedrijven die een publieksverslag hebben uitgebracht. Voorts wordt aanbevolen een aantal belangrijke punten op te nemen in het komende evaluatieonderzoek naar de wettelijke regeling milieuverslaglegging dat medio 2002 vanwege VROM wordt gestart. Als laatste wordt aanbevolen dit onderzoek te herhalen om ontwikkelingen te kunnen volgen en trends zichtbaar te, maken.